Ornamenten

De ornamenten staan verspreid over de sergeant-majoor Scheickkazerne. Ieder monument belicht een specifiek aspect van het ruimen van explosieven en de effecten die dit op de ruimers en hun naasten heeft.

Op een foto gemaakt in 1945 is te zien dat op een ANWB-paal een heleboel geallieerde bewijzeringsborden zijn bevestigd. Een van de borden verwijst naar het Bomb Disposal Report Center. Deze paal inspireerde onze conservator Tonie van Honsewijk om zo’n paal te maken met hierop de namen van mijnopruiming- en EOD eenheden. Achter de naam van de eenheid staat het jaartal van oprichting, dus niet het aantal km’s.

Voor het hoofdgebouw W1 staat het beeld “De ruimer” dit is een explosieven opruimer in een bompak. Het geheel is voornamelijke gemaakt van granaat- en bomscherven die verzameld zijn na vernietiging door middel van detonatie.

In het hoofdgebouw staat het monument met de namen van 105 mijn- en munitieruimers die tijdens de uitvoering van hun dienst het hoogste offer hebben gebracht. Met monument bestaat uit een gebogen achterwand met hierop messing plaatjes met hierop de naam, het onderdeel en de sterfdatum. Naast militairen staan hierop ook de burger medewerkers van het Militair Gezag en de Hulpverleningsdienst vermeld. Bij het monument staat een opengesprongen granaat met hierin Sint Barbara en wordt geflankeerd met het gedenkboek met hierin van elke ruimer de Staat van Dienst en oorzaak van overlijden.

Op de route tussen het EOD museum en het hoofdgebouw staat bij de T-splitsing een gemetseld kapelletje met daarin een deel van een vliegtuigbom met daarin Sint Barbara, de beschermheilige van onder andere EOD’ers. Een leerling van de EOD-school die zelf stopt met de opleiding moet zich afmelden bij Sint Barbara door aan de bel te trekken. 

Het monument “Alles lijkt zoals het was, toch is het anders…heel anders dan voorheen” staat nabij het hoofdgebouw en bestaat uit glas en graniet met een doorkijk naar de ruimer voor het hoofdgebouw. Elk jaar wordt tijdens de herdenking in de week van 6 november niet alleen stilgestaan bij de om het leven gekomen EOD’ers, maar ook aan diegene die psychische en/of fysieke schade hebben opgelopen door hun werk.